Het is zondagochtend 11:00 uur en ik ben aan het werk als receptionist bij zwembad ‘de Viergang’. Om 12:00 uur gaat het zwembad dicht en normaal gesproken komen er dit laatste uur geen nieuwe klanten meer. Ik wil opstaan om wat te drinken naar mijn collega’s in het zwembad te brengen als plotseling de draaideur, die toegang geeft tot de hal, in beweging komt. Vijf personen komen luidruchtig naar binnen en twee jongens, ik schat ze een jaar of tien, knallen een voetbal door de ruimte. Een blonde vrouw met opvallend strakke kleding draagt een huilend klein meisje op haar arm terwijl ze met ‘krachttermen’ naar haar uitvalt. Naast haar loopt een man in zijn blote bast waarop veel tatoeages zichtbaar zijn. Hij moedigt de jongens aan om de bal nog harder in het rond te schieten.
Ik voel dat ik daar wat van moet zeggen maar tegelijkertijd denk ik aan het feit dat het zwembad al over een uur dichtgaat. Ik vind het sneu voor die mensen en ik besluit om hen een voorstel te doen. “Omdat het zwembad om 12:00 uur sluit,” zeg ik gericht naar de man die opvallend ver over de balie hangt, “en u dus nog maar één uur kan zwemmen, bied ik u aan dat u voor de kinderen niet hoeft te betalen. Ik breng u dan enkel twee keer zes euro vijftig in rekening.”
Ik verwacht dankbaarheid maar ik krijg het tegenovergestelde. “Helemaal niet,” antwoord de man boos, “ik vind het logischer als we niks hoeven te betalen.” Ondertussen hangt hij volledig over de balie en hij begint zelfs met zijn vingers op mijn toetsenbord te tikken. Ja, ho even, denk ik. Dit kan echt niet. Ik wil er wat van zeggen maar dan zie ik dat elke letter die hij op mijn toetsenbord aantikt, als een tatoeageletter op zijn lichaam verschijnt. Oh, denk ik, dan hoeft hij niet naar de tattooshop. Laat hem dan maar even zijn gang gaan want dat is wel voordelig voor hem.
Plotseling vliegt de bal van de jongens over de balie en ook zij komen eroverheen hangen. Met grijpgrage handjes zitten ze aan alle spullen die ze kunnen pakken. Ze trekken zelfs laden open totdat ik het te ver vind gaan en ik iedereen naar achter dirigeer. Boos kijkt de man me aan en hij geeft me een klap.
Droom afgelopen.
Waarom mocht ik deze droom ontvangen? Welke boodschappen haal ik eruit?
Op het moment dat het gezin luidruchtig binnenkomt, dien ik meteen wat te zeggen tegen de twee jongens met de bal. Voetballen in de hal is immers niet toegestaan en dus gaan ze een grens over. Daarnaast is het niet aan mij om voor deze mensen te denken. Het zwembad gaat om 12:00 uur dicht en iedereen die op de website kijkt, kan dat weten. Mogelijk leert het deze mensen om een volgende keer te letten op de openingstijden van de attractie die ze bezoeken. Met mijn ‘aardig gevonden willen worden’ schiet in feite niemand wat op. Zeker ik niet, aangezien het niet mijn zwembad is. Ik kan er zelfs door in de problemen komen als andere gezinnen dit ‘dealtje’ ter oren komt.
Vervolgens hangt de man te ver over de balie, letterlijk over de grens, en wil ik hem nog helpen ook met zijn goedkope tatoeage. Ik grijp pas in als de situatie volledig uit de hand is gelopen en een klap in mijn gezicht is mijn ‘stank voor dank’.
Met deze droom heeft God op zeer vernuftige en creatieve wijze een paar van mijn pijnpunten blootgelegd. Ik wil inderdaad altijd aardig gevonden worden en daardoor laat ik mensen veel te ver over mijn grenzen gaan. Met soortgelijk gedrag maak ik mezelf klein ten opzichte van andere mensen en hou ik dus niet van mezelf.
En dat laatste, daar is het God altijd om te doen. Zelfliefde! Alles draait om zelfliefde. Omdat ik (en met mij 99% van de mensen) daar niet zo goed in ben, helpt God me vaak een handje. Daarvoor gebruikt hij/zij meerdere manieren om met me (en met jou) te communiceren. Onder andere via mijn dromen.
Als ik zo ‘blunt’ mag zijn, raad ik je aan om je telefoon met dictafoon naast je te leggen. Zodra je wakker wordt van de droom, zelfs midden in de nacht, spreek je de droom in. Als je tot in de ochtend wacht, ben je het geheid vergeten. Mogelijk lukt het niet meteen maar hou vol, mooie dromen zullen komen. Volgens mij geniet God er wel van als je oprecht je best doet om zijn/haar boodschappen op te pikken. Ik zet overigens wel mijn telefoon en internet uit.
Geef commentaar