“Volgens mij is het een goed idee als ik nog een hond erbij neem zodat Silly een maatje heeft.”
Nabij Caen hebben Silly en ik opnieuw de nacht doorgebracht in de auto. Ik durf nog niet in het ‘wild’ te parkeren en daarom heb ik betaald op het terrein van een B&B gestaan. Een goede vriendin van me uit Spanje doet ‘het’ wel altijd en wie weet durf ik het daar ook.
Vroeg in de morgen vervolgen we onze weg langs de Franse kust. Ik wil de populaire badplaats Biarritz graag zien. De stad die vooral bekend staat om zijn stranden en zijn geschiedenis als vakantiebestemming voor Europese adel.
Wanneer we daar aankomen, is het centrum druk en daarom laat ik dat zo snel mogelijk achter me. Het strand, daar wil ik zijn en al snel vind ik een prachtige en verrassend lege parkeerplaast. Opgetogen stap ik uit en ik zie me al over het prachtige zand rennen en in de koele oceaan plonsen. Eerst nog even Silly eruit laten. Ik schuif de deur open en waar hij me normaal gesproken bijna omver springt, blijft hij nu stokstijf op zijn plek staan.
“Silly, kom. Hup, eruit,” roep ik maar hij geeft geen kik.
“Sillllll, hop. Heee. Wegwezen hier,” roep ik wat luider maar hij begint enkel te grommen.
Huh? denk ik. Dat heeft hij nog nooit gedaan en heel even weet ik niet wat ik moet doen als ik plotseling wat aan mijn been voel. Holy shit, nu begrijp ik waarom Silly niet naar buiten durft te komen. Schuin achter me staat een indrukwekkende hond. Een flink bakbeest. Zal ik hem aaien? Ik hoef me dat niet meer af te vragen want net zo plotseling als hij is gekomen, rent hij er weer vandoor en dat geeft Silly de gelegenheid om het strand op te ‘vluchten’.
Ondertussen kijk ik de ‘Biarrits Bulldog’- die geen bulldog is – na die nieuwe bezoekers van de parkeerplaats gaat begroeten. Waar hij mij verraste toen ik al uit de auto was, durven deze mensen niet eens naar buiten te komen. Vervolgens rent hij op een echtpaar af die hun poedeltje uitlaten. Met de schrik in hun ogen tillen ze hun hondje op en ze schoppen wat in de richting van het monster.
Geamuseerd zie ik het allemaal gebeuren en ondertussen vraag ik me af of deze parkeerplaast daarom zo rustig is. Volgens mij begrijpen we deze grote loebas niet goed. Ik snap dat iedereen ervan schrikt als hij op je af komt stormen maar zijn lichaamstaal is absoluut niet kwaadaardig. Eerder het tegendeel.
Ik laat het schouwspel voor wat het is en ik kruip de auto in om mijn keuken te pakken. De zon schijnt en net als gisteren wil ik mijn lunch op het strand nuttigen. Eenmaal weer met twee voeten op de grond, blijkt BB weer terug. Hij snuffelt wat aan mijn kont en dit keer aai ik hem wel over zijn kop. Vervolgens nodig ik hem uit om me te volgen naar het strand waar Silly, vanaf een afstandje, alles nauwlettend in de gaten houdt.
Jemineetje, schiet me plotseling te binnen. Zou dit bakbeest het antwoord op mijn verzoek zijn? Hij heeft geen halsband en daarnaast zie ik nergens een baasje. Ik vind het absoluut een prachtige hond maar waar moet ik hem huisvesten in de auto? Ik kijk nog eens goed om me heen maar ik zie wat ik al wist, niemand die zich om hem bekommert. Potverdikkie, het is wel een mooie hond zeg. Ondertussen komt Silly voorzichtig dichterbij wat hoogstewaarschijnlijk te maken heeft met zijn interesse in mijn eten.
Hoogstwaarschijnlijk kan ik al snel weglaten als Silly met ontblote tanden een uitval doet naar de minstens twee keer zo grote ‘beachboy’. Hij wil duidelijk als eerste genieten van mijn leftovers. Gelukkig laat de reus hem begaan en als Silly en hij vervolgens vrolijk samen het strand onveilig maken, begin ik te bedenken hoe BB met ons mee kan reizen. De koffer van mijn vader die zelf in een later stadium met het vliegtuig komt, staat nu op de bijrijdersstoel. Die leg ik op mijn bed zodat BB daar kan zitten. Hoe en waar Silly, BB en ik moeten slapen vanavond, verzin ik dan wel weer. Aan de ene kant voel ik me ongemakkelijk omdat ik donders goed weet dat ik het te makkelijk opneem. Waarschijnlijk is het beter om eerst met BB naar de politie te gaan, misschien is hij gechipt. Aan de andere kant zie ik mijn nieuwe passagier wel zitten en heb ik geen zin in al die heisa.
Terwijl ik mijn keuken inpak en terug naar de auto loop, laat ik BB en Silly lekker ravotten op het strand. Ik zie ze samen rennen en ik ben blij voor Silly. Het ziet ernaar uit dat we zijn maatje hebben gevonden. Bij de auto aangekomen klim ik erin en ik schuif de deur achter me dicht. Mijn keukenspullen zet ik weer terug op hun plek, vervolgens trek ik mijn zwembroek aan en schuif ik de deur weer open.
Ik glij weer naar buiten en al snel word ik niet blij van wat ik zie. Of beter gezegd, van wat ik niet zie. Waar zijn de honden?
Geef commentaar