Net nadat ik met Niels en Arjan mijn ‘ongezouten Goddelijke waarheid’ had gedeeld, kwam Bram terug. Bram is één van de leidinggevenden in het bedrijf en daarnaast één van de twee echte ‘operationele kenners’ van de machines waar we mee werken. Op het moment dat hij aan de machine komt werken, betekent het dat een ander zijn plek afstaat en ergens anders in het bedrijf aan de slag gaat.

Ik in dit geval. Het betekende dat ik nog wel werkzaam bleef bij het ‘Bas-Niels en Arjan’ team, alleen zo’n twintig meter verderop. Daar waar alle planten van de band afgehaald en op karren gezet moeten worden. Overigens sta ik dan wel in een andere ruimte en indien nodig kunnen we door een luik met elkaar communiceren. Een tweede ‘communicatiemiddel’ is een afstandsbediening waarmee ik de band kan stopzetten. Meestal leggen we die afstandsbediening vlakbij het luik zodat iedereen erbij kan en dan gaan we aan de slag.

Deze dag kwamen mijn collega’s David en Rick de volle karren bij me weghalen. Ze rijden dan door het pand in een elektrisch wagentje, koppelen een stuk of zes volgeladen karren daarachter en vervolgens brengen ze de planten naar de daarvoor bestemde plek. Daar halen ze alle planten van de karren af en met de lege karren komen ze weer bij me terug.

Waar het mis ging weet ik niet maar David en Rick hadden al een lange periode geen lege karren gebracht en ook geen volle karren weggehaald. Mijn positie aan de lopende band begon overvol te raken en tevens had ik geen lege karren meer om de planten op te zetten. Dus besloot ik om zelf – lopend – vanaf een andere plek vier lege karren te halen in de hoop dat David of Rick geweest zou zijn voordat deze karren ook weer vol stonden.

Ik zette een paar passen naar het luik, drukte op de stopknop en ik stapte weg om de karren te halen. Plotseling hoorde ik Bram roepen; “Tom, je hebt nog twintig meter band waar planten op kunnen staan” hij drukte op de startknop en weg was hij weer.

Dit viel bij mij absoluut niet in goede aarde. Man, ik zet de band niet voor niks stil, dacht ik. Nu blijven in mijn afwezigheid de planten komen maar ik kan er dadelijk niet bij omdat er allemaal volle karren voorstaan. Nu moet ik me enorm gaan haasten omdat hij zonder overleg op de knop drukt. Dan doet hij het toch lekker zelf?! Ik ben geen voetveeg. Meerdere van soortgelijke gedachten maakten het druk in mijn hoofd.

Toch kon ik er op dat moment niet veel mee omdat ik, zoals gezegd, moest opschieten. Gelukkig was ik op tijd terug en kwam op dat moment David lege karren brengen en volle meenemen. Alles liep vanaf dat moment weer op rolletjes. Alles? Nee, in mijn hoofd absoluut niet. Daar was enigszins een tweestrijd gaande. De ene partij wilde het hele voorval ‘laten gaan’. Het is immers allemaal goed gekomen dus waarom daar ‘gestrest’ over doen. “Niks daarvan,” zei de tegenpartij, “dit is respectloos Tom, hier ga je wat van zeggen. Anders gebeurt het een volgende keer weer.”

Eerlijk gezegd was het vanaf de eerste seconde geen echte wedstrijd. De tegenpartij had al gewonnen. Ik zou hoe dan ook mijn waarheid gaan spreken. Hoe dan ook mijn innerlijke reis voortzetten. Ik zou de eerstvolgende pauze, die van 15:00 uur, gebruiken om één op één met Bram mijn ongenoegen te delen. Heel bijzonder overigens hoe zeer mijn brein met dit voorval bezig bleef en dat voor een man die al vierenvijftig jaar oud is. Maar waarschijnlijk is het nooit te laat om volledig je waarheid te leven. Binnen = buiten.

Het begon wat te ‘kriebelen’ in mij toen de zoemer ging maar toch minder erg dan ik had verwacht. Het voornemen stond vast om recht op Bram af te lopen en net als eerder die dag bij Niels, in zijn ogen te kijken en zonder mezelf kleiner te maken mijn mening te delen. Kleiner dan Bram ben ik overigens sowieso met zijn twee meter en vijf centimeter maar oogcontact kan altijd.

“Bram ik wil niet dat je nog een keer de startknop indrukt als ik de band stop heb gezet.”

“Oh? Waarom dan?”

“Ik zet de band niet voor niks stop. Normaal gesproken zou je gelijk hebben en dan kunnen de planten inderdaad nog meters doorlopen op de band. Maar nu kon ik ze er niet vanaf halen omdat er allemaal volgeladen karren voorstonden.”

“Oh, ok, ehhh. Ja.”

Dat was het hele gesprek en ik geloof dat dit lang genoeg is geweest. Zelfs al zou er niks met mijn opmerking gedaan worden, wat ik niet geloof overigens, heb ik toch mijn waarheid gesproken. Ik heb me niet van binnen zitten verbijten en daarna op elke ‘foute’ actie van Bram gelet.

Het ‘gekke’ is wel dat ik na ons gesprek nog zeker een uur met een schuldgevoel heb rondgelopen. Alsof ik dit niet had mogen doen. Een gevoel dat ervoor kan zorgen dat ik een lieve opmerking naar Bram ga maken. Dat ik bewonder dat hij zo snel werkt en dat hij zoveel kennis van de machines heeft. Dat soort dingen. Ik heb het niet gedaan en ik ga ervan uit dat mijn waarheid spreken met de tijd makkelijker en makkelijker zal worden.

Kom maar op met de volgende situatie. Maar ehhh God … misschien eerst een vette knipoog?

Geef commentaar

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Je kunt deze HTML tags and attributen gebruiken in de tekst: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>